vrijdag 14 oktober 2011

It ain't over till the fat lady sings (1)

Vandaag precies een jaar geleden was het kabinet Rutte een feit. In de zomer van 2010 had Femke Halsema desgevraagd nog gemeld dat een progressieve regering er nog steeds in zat met de woorden: it ain’t over till the fat lady sings. Men begreep wat ze bedoelde en het bewuste kabinet kwam er niet. Waar nu komt haar quote vandaan en wat betekent het nu?
De betekenis is in feite dat men niet moet speculeren over de uitkomst van bepaalde activiteiten tot deze echt afgelopen zijn. Het is pas voorbij als het afgelopen is.
Het wordt toegeschreven aan de sportverslaggever Dan Cook, die deze in april 1978 gebruikte na de eerste basketbal wedstrijd tussen de San Antonio Spurs en de Washington Bullets, om aan te geven dat hoewel de Spurs al eens gewonnen hadden, de series nog niet over waren. Hij zei letterlijk: “The opera ain’t over till the fat lady sings.” Dit is een duidelijke aanwijzing dat we de herkomst van deze uitdrukking in de opera moeten zoeken. (In The Yale Book of Quotations staat de zin trouwens al vermeld in – ook al – een sportverslag in de Dallas Morning News uit 1976). Men gaat er vanuit dat de opera cyclus Der Ring des Nibelungen (première 1876) van Richard Wagner (1813-1883) het meest geschikt is voor de uitdrukking. De cyclus bestaat uit vier opera’s, drie ervan van meer dan gemiddelde lengte, uit te voeren op vier achtereenvolgende avonden, 19 uur muziek – pauzes niet meegerekend – in totaal. Het verhaal (libretto), gebaseerd op de Edda en andere sagen over goden en helden, kent heel veel personages (inclusief dwergen en een draak), ingewikkelde intriges en talloze monologen waarin de handeling wordt stilgelegd en het voorafgaande nog eens wordt herhaald. Aan het eind van de vierde avond, na ruim vier uur muziek, is het dan eindelijk zover dat Brünhilde aan haar laatste aria begint (een minuut of tien) waarin zij haar zojuist vermoorde minnaar Siegfried beweent en zich voor hem te paard in de vlammen (brandstapel) stort. Daarna overstroomt de Rijn (daar heeft het zich zo ongeveer allemaal afgespeeld), gaat het kasteel van de goden (Walhalla) in vlammen op, maar is ook het einde van de wereld en de mensheid daar, althans de oude wereld gebaseerd op geldelijk gewin. De oude Richard had zijn opera’s gebaseerd op filosofen als Feuerbach en Schopenhauer en de oude anarchist Bakunin. En de dames die de rol van Brünhilde sindsdien gezongen hebben, waren in het algemeen niet bepaald slank en de spreekwoordelijke operazangeres als dikke dame met blonde vlechten en helm met vleugels (ja zelfs met Viking horens) was geboren. Met andere woorden: als de dikke dame gaat zingen – ook al heeft ze dat de afgelopen uren voortdurend gedaan – dan is het pas echt afgelopen. 
Hieronder het beruchte einde in een enscenering van de vierde opera van de Ring des Nibelungen, Götterdämmerung, van Harry Kupfer, dirigent Daniel Barenboim, Brünhilde is Anne Evans (en niet dik), vanuit Bayreuth, 1992.





Geen opmerkingen: